Schrikkleuren of koningen van vermomming
We onderscheiden insecten in alle vormen, kleuren en formaten. Sommige insecten hebben zogeheten schrikkleuren. Dat betekent dat ze zeer opvallend gekleurd zijn, bijvoorbeeld de ongewenste en zeer vraatzuchtige leliehaantjes, waardoor andere dieren meteen ‘schrik krijgen’. Zij weten meteen dat deze beestjes ofwel giftig zijn ofwel een zeer sterke geur- en smaakstof bevatten. Je merkt dat zelf ook meteen op wanneer je toevallig een lieveheersbeestje knijpt. Andere insecten daarentegen zijn echte ‘meesters’ in de camouflage of vermomming. Nachtvlinders of motten kunnen massaal op de stam van een boom aanwezig zijn terwijl je het zelf vaak niet eens opmerkt.
Mensen noemen “insecten” ook vaak ongedierte. Dat is natuurlijk wel serieus overdreven en fout. Het is zoals je zou zeggen dat “planten” onkruid zijn. Ik wil dat toch even verduidelijken door te zeggen dat meerdere insecten instaan voor bijvoorbeeld zowel de bestuiving van bloemen en planten en andere insecten zorgen voor het evenwicht en de biologische bestrijding (zoals het lieveheersbeestje) van andere insecten.
Nuttige TIP:
Veel insecten ademen niet via hun mond maar via kleine poriën op hun achterlijfje (= tracheeën). Als je dus bestrijdingsproducten op basis van olie gebruikt (vb. besprenkelen over een plant waarop insecten zitten) dan verstoor je de ademhaling van de insecten… waarna ze een verstikkingsdood of door uitputting kunnen sterven.
Determineren
Om te weten of een insect nuttig of schadelijk is moet je proberen te achterhalen met welk diertje je precies te maken hebt. Je moet dus goed kijken wat je ziet of welke schade je eventueel kunt vaststellen. Daarna weet je pas wat je eraan kan doen (indien nodig)…